Taalbeleid bij het Bonaventuracollege Burggravenlaan Leiden

Taalbeleid bij het Bonaventuracollege Burggravenlaan Leiden

‘Onderdompelen in taal’

“Markeer van hoofdstuk twee alle woorden waarvan je de betekenis niet kent”, vroeg de docent godsdienst van het Bonaventuracollege zijn brugklasleerlingen. Dat bleek beduidend meer markeringen op te leveren dan verwacht. Veel docenten overschatten de woordenkennis van leerlingen. Bij het Bonaventuracollege (mavo-havo-vwo) zijn de ogen sinds vorig jaar geopend en richten alle docenten zich actief op taalvaardigheid. “Want pas als leerlingen bij elk vak ondergedompeld worden in taal, zal hun taalvaardigheid toenemen”, meent Barbera van Haeften, sectievoorzitter en docent Nederlands.

Bij blog Taalbeleid op het Bonaventura Leiden mdwBarbera: “Je leest natuurlijk al jaren over de slechte taalvaardigheid van Nederlandse leerlingen. En het viel ons ook op dat leerlingen veel vragen slecht beantwoorden. Op de vraag ‘Beschrijf de tegenstelling in de tekst’ antwoorden ze bijvoorbeeld met ‘Ze zijn het niet met elkaar eens.’ Leerlingen blijken vaak niet te weten wat van ze verwacht wordt bij allerlei vragen. En als elke sectie ervan uitgaat dat leerlingen basiswoorden als ‘analyseer’ en ‘verklaar’ begrijpen en niemand dat checkt, dan gaan de resultaten daaronder lijden.”

We wilden inzetten op meer taalvaardigheid op de lange termijn in plaats van op alleen een quick win door examenkandidaten nog snel wat trucjes te leren.

Examentraining aanleiding voor serieus taalbeleid

“Het plan om serieus iets met taalbeleid te gaan doen, werd concreet toen we drie jaar geleden bij CPS een examentraining volgden”, vertelt Barbera. “Duidelijk werd dat examenvaardigheid alles te maken heeft met leesvaardigheid. En dat dat veel meer vraagt dan een training van een middag. Anne Hess Geesink, sectievoorzitter en docent Engels bij het Bonaventuracollege beaamt: “We wilden inzetten op meer taalvaardigheid op de lange termijn in plaats van op alleen een quick win door examenkandidaten nog snel wat trucjes te leren.” Het Bonaventuracollege schakelde CPS in voor een begeleidingstraject van twee jaar.

Werkgroep Taalbeleid

Allereerst werd een werkgroep Taalbeleid in het leven geroepen. Barbera: “Tijdens de examentraining was ons wel duidelijk geworden, dat taalbeleid pas effect sorteert als elke les doordrenkt is van taal en niet alleen de Nederlandse lessen. Ons taalbeleid moest dus breed gedragen worden.” Daarom kwamen ze eerst een paar keer samen met een wat grotere groep docenten van allerlei secties zoals Nederlands, Engels en Frans, maar ook bijvoorbeeld biologie, aardrijkskunde en kunst. Met de input daarvan gingen Ab Massier, coördinator Taalbeleid en docent Nederlands, Anne Hess en Barbera verder als werkgroep Taalbeleid.

Docentenenquête

Anne Hess: “We bedachten samen met Els Loman en Koos van ’t Hul van CPS hoe we dit traject verder zouden inzetten. Zij hebben veel expertise en jaren ervaring met taalbeleid bij allerlei scholen. Ze weten precies hoe je draagvlak creëert en hoe je zorgt dat zo’n traject na een enthousiaste start niet doodbloedt. 

Om alle docenten mee te krijgen wilden we weten wat er bij hen speelt en wat hun wensen zijn. We ondervroegen ze daarom met een enquête. CPS had hiervoor een format dat wij konden toespitsen op onze school. Uit de resultaten van deze taalscan bleek dat iedereen wel inzag dat veel leerlingen onvoldoende taalvaardig zijn. De meeste docenten dachten dat ze wel voldoende taalrijk lesgaven. Toch voelde iedereen wel de noodzaak om iets aan taalbeleid te doen, waardoor we ons gesterkt voelden in waar we mee bezig waren.” 

Studiemiddag per sectie

Naar aanleiding van de enquêteresultaten organiseerde de werkgroep aan het begin van dit schooljaar een studiemiddag. Kernvraag was: hoe kun je je lessen zo taalrijk mogelijk maken? Na voorbespreking met Els en Koos verzorgde de werkgroep zelf de introductie van deze middag. Barbera: “CPS dicteert namelijk niks, maar ondersteunt het hele traject. Met documenten, goede workshopleiders en heel veel expertise. Ze weten wat wel en niet werkt en dat het benodigde draagvlak groeit naarmate je als school zelf meer doet.”

Tijdens de studiemiddag ging elke sectie tweeënhalf uur aan de slag onder leiding van een CPS-workshopleider. Barbera: “Het was echt per sectie afgestemd op hun vak: hoe geef je een taalrijke scheikunde- of gymles? En hoe doe je dit bij betavakken en Mens & Maatschappij? Iedereen kwam na afloop enthousiast naar ons toe: ze hadden hele concrete tips en handvatten gekregen waar ze direct mee aan de slag konden in de les.”

Anne Hess vertelt dat een wiskundedocent de volgende dag bij haar leerlingen checkte of ze alle termen  zoals ‘rangschikken, ‘compensatie’ en ‘willekeurig’ wel kenden die zij gebruikte. Niet dus… “Als je jaar in jaar uit met dezelfde stof bezig bent, vergeet je soms dat je steeds nieuwe leerlingen voor je neus hebt die je telkens weer de termen moet uitleggen. Als je je van dit soort dingen bewust bent en daarop acteert, dan help je leerlingen enorm bij het verbeteren van hun taalvaardigheid.”

Plannen uit de la houden

De werkgroepleden wijzen eensgezind op het gevaar dat de resultaten van zo’n workshop in een la verdwijnen als je weer overgaat tot de orde van de dag. “Je wilt als docent namelijk al op zo veel dingen letten tijdens je lessen”, licht Barbera toe. “Daarom hebben we op een andere manier geëvalueerd: wat ga jij vanaf nu doen in je lessen en wat heb je nodig van de werkgroep taalbeleid om het nog beter te maken?” Die resultaten is het Bonaventuracollege nog aan het uitwerken op het moment van dit interview. Ze zullen onder meer verwerkt worden tot criteria voor lesbezoeken. Hoe dat verder gaat? Wordt vervolgd!

Over de auteur

Els Loman 2022.jpg

Els Loman

Els Loman is adviseur, trainer en coach bij CPS. Haar expertise is kwaliteit onderwijs, taalbeleid & schoolontwikkeling vo, (vreemde) taaldidactiek, Taal, brein en leren en leercoach.

Bekijk profiel

Zoek in de website