Tip 1: de planning
CPS denkt in deze tijd graag met de ouder mee, omdat leren thuis best wat inspanningen vraagt van de thuisomgeving. De komende week plaatsen we elke dag een tip voor ouders om het leren thuis te ondersteunen. We hopen dat je deze tips ziet als een steuntje in de rug, want het is geen makkelijke tijd. Graag horen we waar je tegenaan loopt, zodat we onze tips van deze week daarop af kunnen stemmen. Laat het ons weten via onderwijsopafstand@cps.nl.
Hoe maken we thuis een plan waarmee we allemaal uit de voeten kunnen?
Als ouder ken je je kind het beste, maar hem of haar kunnen helpen en begeleiden bij het leren thuis vraagt misschien om een ander contact dan je normaal met je kind hebt. Of je kind nu op de basisschool zit, op het voortgezet onderwijs of al aan het studeren is, de uitdaging is om thuis een manier van werken en leren te vinden die past bij jouw kind(eren) en jezelf. Je kinderen zullen hoogstwaarschijnlijk zelf ook een idee hebben, zeker als ze wat ouder zijn, hoe ze thuis willen gaan leren. Het willen helpen kan dan als bemoeienis worden ervaren, terwijl jij inschat dat je ‘bemoeienis’ wel degelijk nodig is. Afstemmen dus!
In een gezamenlijk dagplan (waarvan je er wellicht al een aantal hebt gezien) zou je de volgende stappen kunnen verwerken.
Stap 1 In weekend of maandagochtend: Wat wordt er van je kind verwacht deze week?
Oriënteren Wat wordt er van je kind verwacht?
Bespreek/ bekijk wat de school aan je kind heeft verstuurd, of aan jou, wat er aan thuiswerk gedaan moet worden en hoe dit eruit ziet. Werkt school met een weekplanning? Kan jij of je kind ook de planning van een volgende week al zien? Is het duidelijk voor jouw kind waar hij de uitleg van de vakken kan vinden, oftewel ‘kan je kind alles vinden?’ Waar kan je kind om hulp vragen, heeft hij daar zelf een idee bij?
Plannen Maak een planning als kind of doe dit samen (doe voor hoe dat kan)
Natuurlijk zullen kinderen ook zeggen ‘dat kan ik zelf wel plannen, daar hoef ik geen hulp bij’. Dat is natuurlijk prima, fijn! Maar niet alle kinderen kunnen dit, dus het helpt om even voor te doen hoe je dat doet of maak samen een planning. Het is in ieder geval een belangrijke stap die je kunt bespreken en het creëert overzicht. Pak bijvoorbeeld een A4tje of doe het digitaal en maak vakken met de weken en de vakken en vul dit samen in. Of laat het zien hoe je dit kunt doen.
Voorbeeldplanning
Stap 2 Elke dag de dag (kort) doornemen
Hier probeer je ervoor te zorgen dat iedereen een fijne en nuttige dag kan hebben. Het helpt om samen te kijken (aan het begin van de dag) naar de dagplanning. Houd dit vooral kort en spreek een tijd af met je kinderen. Als ze weten dat het doornemen van de dag een kwartiertje duurt, of korter, dan kan dat al helpen om ‘zin’ te maken. Want daarna gaan ze aan de slag of weten ze dat de ‘bemoeienis’ weer voorbij is :-)
Bepaal bijvoorbeeld samen, ook op basis van jouw eigen werkzaamheden en planning, wanneer je voor een half uur (of korter of langer) bij je kind(eren) langskomt voor hulp. Voor jongere kinderen helpt het om een aantal momenten te plannen waarbij je meekijkt met het werk dat zij maken. En houd samen een tijd aan die jullie gebruiken voor werk en schoolwerk (bijvoorbeeld van 10:00-15:00 uur),met daarbij de opmerking dat je ook echt probeert het binnen deze tijd af te ronden. Het kan helpen om te zeggen ‘dat is handig, want dan ben je daarna klaar’ of: ‘in die tijd kom ik een half uurtje met je meekijken’. Natuurlijk zullen er kinderen zijn die daarvoor en/of daarna ook nog voor school bezig zijn, maar het maakt dat iedereen weet dat in die tijd ook bijvoorbeeld de ouders bezig moeten met werk of dat er
echt aandacht gepland wordt voor elkaar.
Stap 3 Het blok is helder: hier doen we ons schoolwerk
Leren en maken van thuiswerk
Jouw kind is overdag gedurende een bepaalde tijd bezig met het leren en maken van huiswerk. Hier zal je kind met vragen kunnen komen die hij of met de leraar kan bespreken, met klasgenoten of met jou als je tijd hebt gemaakt in de dagplanning. Bij de voorbereiding kan je kind al inschatten of een vak moeilijk is en wat hij daarvoor hulp bij nodig heeft en hoe hij dat kan gaan inschakelen. Kom je ‘langs’ in het halve uur dan kun je kijken hoe het gaat en misschien hierbij helpen. Voor jongere kinderen kan het werken met een stopwatch ook werken, om hen bijvoorbeeld een half uur zelfstandig iets uit te laten proberen, waarna ze een vraag aan jou mogen stellen.
Ben ik een beetje op schema-vraag en maak ik mijn werk wel goed?
Is je kind in staat om te kijken of het leren thuis goed lukt of dat hij hulp nodig heeft bijvoorbeeld? Vraag je kind hoe het leren gaat en kijk samen of de planning wordt nagekomen.
Ook het beoordelen van eigen (huis)werk is een aandachtspunt. De school zal een manier hebben bedacht om met de leerlingen naar het gemaakte werk te kijken. Dat is waarschijnlijk ook zichtbaar gemaakt in de planningen/werkwijzen die met de kinderen/leerlingen zijn gedeeld. Dus dat zal ook dan zeker goed komen, ware het niet dat uw kind ook vast kan komen zitten in een vak dat hij niet begrijpt en daar frustratie bij kan voelen. Stimuleer bijvoorbeeld dat je kind met een klasgenoot (video) belt of opschrijft overdag wat hij lastig vond. Dan kun je dat verzamelen en je kind hier misschien later met de leraar naar laten kijken.
Stap 4 We sluiten de dag af
Bespreek aan het einde van de middag op een moment dat past (dat kun je bij stap 2 al afspreken) hoe het vandaag is gegaan en waar je eventueel nog in moet overhoren of helpen. Ook kun je bespreken wat ze lastiger vonden en anders zouden willen. Houd dit moment ook kort, maar doe het wel. Het maakt dat er een ritme komt en zorgt er ook voor dat je kinderen zien dat je als ouder doet wat je zegt. Ook sluit je op deze manier de ‘schooldag’ af en is er ruimte voor ontspanning.
Deze tips worden geschreven door Ingrid Dirksen en Lotte van der Goot, beiden adviseurs onderwijskwaliteit en ouderbetrokkenheid bij CPS.
