CBS Marimba Spijkenisse
Case:
De sociale veiligheid vergroten met de 7 gewoonten van Covey (The Leader in Me)
Interview met:
Annabelle van Wijk, directeur CBS Marimba
Sociale veiligheid op school gaat vaak over welk gedrag ontoelaatbaar is en welke maatregelen je treft als leerlingen dat ongewenste gedrag vertonen. Het gaat over gedrag dat je niet wilt zien. Eigenlijk is dat raar. We kunnen het toch beter hebben over gedrag dat je wél wilt zien? Reden voor CBS Marimba om te starten met The Leader in Me.
Wat was de aanleiding?
De twee scholen van CBS Marimba in Spijkenisse bevinden zich in gemêleerde buurten. Er staan zowel koopwoningen als sociale huurwoningen. Er wonen Nederlandse gezinnen, alleenstaande ouders en kinderen met een niet-Nederlandse achtergrond.
Twee jaar geleden ging Annabelle van Wijk er als nieuwe directeur aan de slag. Ze vertelt over de situatie die ze toen aantrof: "Gedragsverandering was een thema hier op school. Ik merkte dat sommige kinderen de grens overgingen zonder dat daaraan consequenties verbonden waren. Er werd bijvoorbeeld gepest, ik kwam agressief gedrag tegen en er werd slecht geluisterd. Al met al was het geen veilig klimaat voor de kinderen. De kinderen wisten niet tot hoever ze konden gaan en de leerkrachten waren vooral brandjes aan het blussen."
Behoefte aan sociale veiligheid
Kortom, er was dus behoefte aan kaders en afspraken waarmee jullie de sociale veiligheid konden vergroten? Annabel: "Er lag wel een protocol, maar we voerden geen actief beleid. We zijn daarom langs de klassen gegaan om dat protocol uit te leggen. Leerkrachten beginnen nu bijvoorbeeld de dag met vragen als "Wat ga je vandaag doen?' en 'Hoe ga je je gedragen?' en wijzen hun leerlingen erop wat er gebeurt als ze de grens overgaan. Het is nu voor iedereen - teamleden, ouders en leerlingen - helder wat we verstaan onder grensoverschrijdend gedrag en wat dan de consequenties zijn.”
Wat zijn dan die consequenties?
'In eerste instantie spreekt de leerkracht een kind erop aan. Als je niet meer kan spreken van een incident, bespreekt de leerkracht de situatie met de interne begeleider. Vervolgens nodig ik de ouders uit om onze zorg te uiten en hierover in gesprek te gaan. Het kind is daarbij aanwezig en we vragen hem of haar wat er nodig is om het gedrag te veranderen. In enkele gevallen geven we straf en dan met name om een signaal af te geven naar de rest van de klas. En in het uiterste geval wordt het kind geschorst."
Met die aanpak is het probleem opgelost?
“Het ging ons om het aanpakken van de extreme gevallen. Omdat je preventief te werk gaat, komen die nu bijna niet meer voor. Het gedrag is echt verbeterd. Dat is natuurlijk mooi, maar we wilden de kinderen vooral overbrengen welk gedrag we wél wilden zien."
En toen kwamen jullie uit bij The Leader in Me?
“Één van onze locatieleidsters hoorde dat de Gelinckschool positieve ervaringen had met ‘The Leader in Me’. De Gelinckschool is een speciale basisschool in Spijkenisse voor kinderen met ernstige en complexe leer- en/of gedragsproblematiek. Hun positieve ervaringen waren voor ons aanleiding ons in de zeven gewoonten van Covey te gaan verdiepen. En dat gedachtegoed bleek naadloos aan te sluiten op onze visie en missie en het traject dat we tot dan toe hadden doorlopen. Daarbij ging het niet alleen om de sociale veiligheid, maar ook om de vraag wat de maatschappij straks voor mensen nodig heeft en wat je de kinderen daarvoor moet meegeven."
Hoe heb je jouw team mee gekregen?
“Een voorwaarde om met zoiets als ‘The Leader in Me’ aan de slag te gaan, is natuurlijk dat je er met het hele team achter staat. Het is niet een methode die je even toepast; het gaat om het cultiveren van een grondhouding. Die grondhouding moet je als team voorleven, anders werkt het niet. Dat werd ons ook op het hart gedrukt toen Anne Arink van CPS bij ons de eerste voorlichtingsbijeenkomst verzorgde. Toen we het team vroegen of ze met ‘The Leader in Me’ aan de slag wilden, was het antwoord eenduidig “ja!”
Welke verwachtingen waren er vooraf?
“De verwachtingen waren vooraf heel duidelijk geschetst, dus we zijn niet voor verrassingen komen te staan. We hebben ons als team heel zorgvuldig en intensief voorbereid omdat we wisten dat die voorbereiding de basis legt om met de kinderen aan de slag te gaan."
Hoe verliep die voorbereiding?
"Natuurlijk zijn er ook collega’s die het lastig vinden, maar als team zijn we steeds steviger gaan staan voor wat we belangrijk vinden. We durven elkaar aan te spreken op de cultuur die we voor ogen hebben en spreken meer dezelfde taal. Uiteindelijk maken we de omslag van een familiaire naar een professionele cultuur. Die cultuur van respect is essentieel voor de kinderen die thuis en op straat veel andere voorbeelden zien. In eerste instantie vond ik het soms best lang duren, maar ik ben aangenaam verrast hoeveel het met het team en de teamleden persoonlijk doet. Het is echt een verrijking. Ik zie nu hoe belangrijk het is om de tijd te nemen.”
Wat kenmerkt de aanpak die jullie hebben gekozen?
“We proberen het heel laagdrempelig te houden. Zo werken we in groep 8 met de gewoonte: “begin met het einddoel voor ogen”. We vertalen deze gewoonte naar de vraag: “Wat wil jij dat jouw leerkracht over jou zegt aan het einde van het schooljaar tijdens de afscheidsspeech?” De antwoorden die ze dan geven, zijn de doelen waaraan ze in de klas werken.
Ik heb altijd op scholen in achterstandswijken gewerkt en dan zie ik dat er een paar dingen belangrijk zijn: spreek duidelijke taal en wees echt. Ze prikken er zo doorheen als je niet handelt naar wat je zegt. Ouders onderschrijven onze aanpak, ook al kunnen ze het niet altijd toepassen. Dat is ook goed om in je achterhoofd te houden. We zoeken de verbinding en positioneren ons niet boven, maar naast de ouders. Zo haal ik mezelf als moeder vaak aan in de voorbeelden die ik gebruik. Als ik ergens mee de mist in ben gegaan, vertel ik het ook.”
Wanneer zijn jullie met de kinderen gestart?
“De periode van mei tot aan de zomervakantie hebben we gebruikt voor het introductieprogramma. Alle gewoonten zijn gecommuniceerd en elke groep heeft bijvoorbeeld zijn eigen boom gemaakt en 'mission statement' geformuleerd. Gezien de korte periode en de lange vakantie zullen we dit schooljaar de eerste 8 weken dit programma opnieuw starten.
Hoe kijk je terug op die korte periode?
"Het is fijn dat je een gemeenschappelijke taal gaat spreken. Je ziet dat de kinderen het makkelijk oppakken. Het idee achter de gewoonte 'Belangrijke zaken eerst' bijvoorbeeld, is voor hen heel gewoon. Waarschijnlijk omdat ze het van thuis herkennen.
De gewoontes moeten natuurlijk nog wel inslijpen, maar we zien nu al het gedrag dat we zo graag willen zien. We hadden bijvoorbeeld een jongetje vorig jaar dat nogal dwars kon zijn. Nu we werken met de gewoonte "Je mag je eigen keuze maken." zie je dat hij veel relaxter is. En je ziet bijvoorbeeld ook kinderen 's morgens alvast spullen klaarleggen voor medeleerlingen. Heel pro-actief en een mooie invulling van 'Jij bepaalt hoe je de dag begint."
En hoe valt het bij de leraren?
"Die zijn erg enthousiast. Sommigen zijn er veel mee bezig, ook thuis, anderen hebben er wat meer moeite mee. Om het ons echt eigen te maken, spreken we met elkaar af wat we in ieder geval terug willen zien in de klas en we geven de leerkrachten de tijd om ideeën te verzamelen en de gewoonten eigen te maken. En als we nieuwe leerkrachten aannemen, is het een criterium dat ze zich in het gedachtegoed kunnen vinden."