Effectieve woordenschatdidactiek in de MVT-les – 7 tips!

Effectieve woordenschatdidactiek in de MVT-les – 7 tips!

Eén van de sleutels tot succes in het beheersen van een moderne vreemde taal is het opbouwen van een uitgebreide en rijke woordenschat. Maar hoe pak je dat aan in jouw lessen Engels, Duits, Frans of Spaans?

Bouwen aan woordenschat

Om taalactiviteiten goed te kunnen uitvoeren, hebben leerlingen een grote woordenschat nodig. Om bijvoorbeeld authentieke geschreven teksten te kunnen begrijpen, moet 95% tot 98% van de woorden in de tekst bekend zijn (Laufer, 2010). Bij gesproken teksten ligt het percentage iets lager, maar ook nog rond de 90%.

Bouwen aan een ruime woordenschat is dus van groot belang in de ontwikkeling van de taalvaardigheden. Maar hoe pak je dat aan? Laat je leerlingen woordenlijsten leren? En is dat genoeg? Worden de woordjes altijd begrepen zodra leerlingen deze tegenkomen in lees- en luisterteksten? En gaan ze de nieuw geleerde woordjes ook daadwerkelijk gebruiken in schrijf- en spreektaken? Het antwoord op al deze vragen is ‘nee’. Blijkbaar is er meer nodig dan alleen het aanleren van losse woorden en woordcombinaties.

Wat werkt?

Wat werkt is het verwerven van woordenschat integreren in het vaardighedenonderwijs en te combineren met lees-, luister-, spreek- en/of schrijftaken. Door woorden en woordcombinaties in verschillende contexten en vaardigheden te laten terugkomen, worden woorden opgemerkt, gebruikt en herhaald, bij voorkeur 7 keer! Dit zijn belangrijke principes voor een effectieve woordenschatdidactiek (Peters, 2017). Zo ontstaat er een dieper begrip en een vele malen grotere kans dat de woorden worden vastgelegd in het langetermijngeheugen.

Moet je het aanleren van woorden via woordenlijsten dan maar laten? Ook nu is het antwoord ‘nee’. Om leerlingen naar het vereiste ERK-eindniveau te begeleiden, hebben ze een basiswoordenschat nodig van tussen de 2000 en 4000 woorden en woordcombinaties. Een grote uitdaging voor veel docenten, zeker in een tijd waarin veel scholen het aantal wekelijkse contacturen voor de vreemde talen terugschroeven. Je ontkomt er als docent moderne vreemde talen dus niet aan om leerlingen ook woorden en woordcombinaties vanuit woordenlijsten te laten leren.

Zeven tips

Hieronder vind je zeven praktische tips die je eenvoudig zelf kunt toepassen in jouw les en waarmee je woordenschatverwerving kunt integreren in de taalvaardigheden lezen, schrijven, luisteren en spreken.

  1. Stuur leerlingen in het opmerken van nieuwe woorden, collocaties en woordcombinaties in leesteksten. Dit kun je doen door de woorden vet of cursief te drukken of door ze te ‘glossen’ (d.w.z. door ze met hun betekenis in het Nederlands in de marge van de tekst te zetten). Ook werkt het goed om voorafgaande aan het lezen de nieuwe woorden én woordcombinaties te bespreken en vervolgens op het bord te noteren. Leerlingen leren vlotter te lezen door veel aandacht te besteden aan vaste woordcombinaties en collocaties (to make an effort, eine Prüfung bestehen, prendre rendez-vous, tomar una decisión).

  2. Laat de leerling tijdens het lezen ook de tekst luisteren. De tekst wordt zo tegelijkertijd gezien en gehoord. Leerlingen waarderen dit positief (Tragant et al., 2016). Daarnaast leren leerlingen woorden te herkennen en de woordenstroom te segmenteren in mondeling taalgebruik (Peters, 2017).

  3. Bied meerdere (korte) teksten aan over hetzelfde thema (narrow reading). Actuele onderwerpen zijn hiervoor heel geschikt. Laat leerlingen bijvoorbeeld twee of drie tekstjes lezen over het Eurovisiesongfestival. Leerlingen komen dan dezelfde woorden en collocaties tegen in verschillende contexten. Of combineer een leestekst met een luisterfragment. En verbind hier vervolgens één of meerdere woordenschatoefeningen aan.

  4. Laat leerlingen in duo’s zelf ondertitels maken bij een luisterfragment (van max. 5 minuten) om zo te oefenen met gesproken taal. Kies bijvoorbeeld voor een fragment van een tv-serie of film.

  5. Geef een spreektaak waarbij leerlingen van elkaars informatie afhankelijk zijn om de taak te volbrengen. Laat hen bijvoorbeeld een gesprek voeren aan de hand van twee afbeeldingen die op enkele punten van elkaar verschillen en de verschillen boven water halen. Geef feedback en laat de taak herhalen. Je geeft leerlingen hiermee de kans om zichzelf te verbeteren en de nieuw geleerde woorden te herhalen en zo correct op te slaan in het geheugen.

  6. Gebruik afbeeldingen om leerlingen zinnen te laten schrijven. Of iets uitdagender: laat een nieuwsverslag schrijven aan de hand van foto’s die je kunt vinden op de sites van kranten. Het schrijven van woorden en zinnen zorgt voor een diepere verankering in het geheugen.

  7. Laat leerlingen schrijven over een tekst, boek, film of tv-programma. En geef keuzes! Bijvoorbeeld: in welk personage herken je jezelf en waarom?; Schrijf een vervolg op deze aflevering.; Herschrijf het einde. Laat leerlingen eventueel samen schrijven. (Tip: fanfiction.net)

Bronnen

  • De With, T. & Visser, M. & Puper, H., (2019). Woordenschatonderwijs meer dan woorden leren. Amersfoort: CPS
  • Laufer, B., & Ravenhorst-Kalovski, G., (2010). Lexical treshold revisited: Lexical text coverage, learners’ vocabulary size and reading comprehension. Reading in a Foreign Language, 22(1), 15-30.
  • Nation, I.S.P. (2013). Learning vocabulary in another language. Cambridge: Cambridge University Press.
  • Peters, E. (2017). Woordenschat aanleren in een vreemde taal. Hoe doe je dat? Leuven: Acco.
  • Tragant, E., C. Muñoz & N. Spada (2016)Maximizing young learners' input: An intervention. program. The Canadian Modern Language Review 72(2). 234–257.

Meer inspiratie

In onze eendaagse training Actief met woordenschat bij de moderne vreemde talen  gaan we praktisch aan de slag en bieden we je tal van didactische tips en werkvormen om leerlingen actief met woordenschat aan de slag te laten gaan.

Deze training kan ook bij jou op school gegeven worden. Wil je met je team met dit onderwerp aan de slag? Neem contact op voor meer informatie. Onze gegevens vind je hieronder.




Over de auteurs

Yonina Pullens 2023.png

Yonina Pullens

Yonina is adviseur en trainer bij CPS. Haar expertise ligt bij moderne vreemde talen, in het bijzonder Spaans. Daarnaast is zij gespecialiseerd in onder andere taalrijke didactiek, woordenschat- en literatuuronderwijs.

Bekijk profiel
Inge Geurts 2022.jpg

Inge Geurts

Inge is adviseur en trainer bij CPS. Haar expertise ligt bij moderne vreemde talen, in het bijzonder Frans en Duits. Daarnaast is zij gespecialiseerd in onder andere taaldidactiek, taalgericht vakonderwijs en taalbeleid & schoolontwikkeling.

Bekijk profiel

Zoek in de website