Invloed op groepsdynamiek

Invloed op groepsdynamiek

met de zes rollen van de leraar

Een fijne klas en goed contact met de groep maakt je werk als leraar een stuk aangenamer. Als leraar kun je invloed uitoefenen op de groepsdynamiek. De zes rollen van de leraar zijn hier heel effectief voor. Ze helpen je om je gedrag consistent neer te zetten. Leerlingen weten wat ze kunnen verwachten en voelen zich daar veilig bij. Zij kunnen op die manier optimaal en zo aangenaam mogelijk leren en jou gaat het lesgeven zo makkelijker af.

Hieronder beschrijf ik per rol kort wat deze behelst en vind je reflectievragen die jou direct helpen om te achterhalen of je huidige gedrag misschien nog effectiever kan.

De gastheer 

De bel gaat. Lachende en schreeuwende leerlingen zwermen door de gangen op weg naar de volgende les. Meiden, hangend om elkaar heen, schuifelen het lokaal in. Enkele jongens doen dat luidruchtiger en zitten en passant aan tafels, ramen en aan spullen van anderen. Hoe buig je dit tafereel om naar een rustige start van je les? Leraren die het begin van de les als lastig ervaren, hoor ik bijvoorbeeld zeggen: ‘Ik begrijp niet waar ze het over hebben’, ‘Ze doen niet wat ik zeg’ of ‘Ik kan nooit gewoon met de les beginnen’.

 Een goede les wordt grotendeels bepaald door een goede start. Behulpzame reflectievragen kunnen zijn:  

  • Wordt iedere leerling gezien door mij? Hoe weet ik dat?  
  • Maak ik echt contact? Waar blijkt dat uit? 
  • Hoe stem ik af?  

 De presentator 

Iedereen zit op z’n plek, de spullen zijn uitgepakt en de les kan beginnen. Maar toch hoor je nog gefluister, gepraat en wordt er nog in tassen gerommeld of aan elkaar gezeten. Hoe pak je de start van het lesgeven het beste op? Leraren die het lastig vinden om de les te starten, hoor ik bijvoorbeeld zeggen: ‘De leerlingen worden niet stil’, ‘Ze praten steeds door mijn verhaal heen’ of ‘Het is elke les een strijd wie de baas is’. 

De presentator vangt en houdt de aandacht. Leiderschap is hier het kernwoord. Behulpzame reflectievragen kunnen zijn: 

  • Hoe vang ik de aandacht? Hoe weet ik of dat een goede manier is? 
  • Wat doe ik bij eerste overtredingen in deze fase? 
  • Waar en hoe sta ik?  
     

De didacticus 

‘Meneer, ik snap het niet!’ ‘Juf, wat moet ik doen?’ ‘Meester, mag ik zelfstandig werken?’ Hoe geef je de fase van je les vorm waarin je aan de slag gaat met het hart van je vak: de kennis of vaardigheden? Leraren vinden het soms lastig om de stof effectief over te brengen. Ik hoor ze bijvoorbeeld zeggen: ‘De leerlingen luisteren slecht’, ‘De leerlingen zijn weinig zelfstandig’, of ‘Ze vragen me altijd datgene wat ik net heb uitgelegd’.

 De didacticus brengt niet alleen nieuwe kennis en vaardigheden over in een heldere structuur, maar activeert de leerlingen ook. Behulpzame reflectievragen kunnen zijn:  

  • Hoe weet ik dat mijn instructie compleet en effectief is?  
  • Ben ik aan het activeren of een lezing aan het geven? 
  • Mogen leerlingen mijn vak niet leuk vinden? Waaruit blijkt dat? 

De pedagoog 

Er vliegt wat door de klas. Twee meiden lijken ruzie te hebben. Twee jongens proberen elkaar van hun stoel te trekken. Achterin zit een groepje heerlijk rustig te werken. Het werken met kinderen en pubers is buitengewoon boeiend en inspirerend, maar kan ook pittig zijn. Niet vreemd dat sommige leraren het lastig vinden om orde te houden. Ik hoor bijvoorbeeld zeggen: ‘Ik moet in die klas heel streng zijn en dan helpt dat nog niet’, ‘De leerlingen praten gewoon door mij heen’, of ‘De leerlingen hebben lak aan me, ze lachen me uit’.

De pedagoog is er altijd. Het gaat hier niet alleen om orde houden, maar ook om veiligheid, duidelijkheid en een fijne werksfeer. Behulpzame reflectievragen kunnen zijn: 

  • Hoe corrigeer ik? Hoe weet ik of dat effectief is?
  • Durf ik eisen te stellen? Welke zijn dat? 
  • Hoe reageer ik op onverwachte gebeurtenissen? 

De afsluiter 

Je staat nog vol passie iets uit te leggen en middenin je zin gaat de bel. De leerlingen springen op, pakken hun spullen en verlaten luid pratend en lachend het lokaal. Leraren die zich laten overvallen door de bel, hoor ik bijvoorbeeld zeggen: ‘De leerlingen staan al bij de deur voordat de bel gaat’, ‘Ik heb aan het eind van de les altijd het gevoel dat ik niet klaar ben’, of ‘Ik heb nooit tijd om huiswerk op te geven’.

De les rustig afsluiten door dat tijdig te doen en leerlingen even te laten reflecteren is belangrijk voor de veiligheid en het leerrendement.  Behulpzame reflectievragen kunnen zijn: 

  • Laat ik leerlingen terugblikken op de lesdoelen?  
  • Bepaal ik, de bel of bepalen de leerlingen het einde van de les? 
  • Wat vind ik belangrijk bij het afsluiten van de les?  

 De leercoach 

‘Ik vind dit vak gewoon stom.’ ‘Het lukt me toch niet.’ ‘Ik haal het toch wel hoor, dit is een eitje voor mij.’ Mooie signaalvragen waarbij je als leraar je rol als leercoach kunt oppakken.

De leercoach helpt de leerling zichzelf te helpen door het stellen van de juiste vragen. Klinkt eenvoudig, maar het is een complexe vaardigheid. De belangrijkste reflectievraag is:  

  • hoeveel ruimte geef ik mijn leerlingen om zelf keuzes te maken en dingen op hun eigen manier te doen?  

 Verder reflecteren?  

Herken je veel van bovenstaande situaties en ben je geïnspireerd door de zes rollen en de reflectievragen? Wil je je verder bekwamen in de zes rollen? Kijk dan eens bij de training Klassenmanagement: de zes rollen in de praktijk. Of neem hieronder contact op met mij. Wil je reageren op dit blog? Dat kan onderaan op deze pagina. Ik ben benieuwd! 

Over de auteur

Sander van Veldhuizen 2022.jpg

Sander van Veldhuizen

Sander traint en adviseert scholen op o.a. de thema’s toetsing, docentvaardigheden, mentorvaardigheden en de 7 gewoonten van Covey.

Bekijk profiel

Zoek in de website