Kansrijk? Nee, laten we het hebben over bewijsrijk!

Kansrijk? Nee, laten we het hebben over bewijsrijk!

Veel scholen werken met de term ‘kansrijk’. Kansrijk adviseren, kansrijk bevorderen en zelfs kansrijk onderwijs. Maar wat wordt daaronder verstaan, en doen we de leerlingen daar een plezier mee? Laten we het kansrijk bevorderen eens nader beschouwen.

Bevorderen

Met kansrijk bevorderen bedoelen scholen vaak dat als er twijfel bestaat binnen de bespreekmarge van de bevorderingsnormen de leerling bevorderd wordt, en in een dakpanklas wordt bevorderd (gedetermineerd) naar het hoogste niveau. De onderliggende discussie is deze: zegt het bevorderings- of determinatiemoment iets over wat de leerling aantoonbaar heeft geleerd of zegt het iets over wat de leerling zou kunnen presteren in de toekomst? Kansrijk bevorderen wordt vaak ingevuld als een voorspelling voor de toekomst. En daar ligt een probleem.

Te hoog niveau

Corona heeft het gevaar van kansrijk bevorderen helder blootgelegd. Zo blijkt uit o.a. het Nationaal Cohortonderzoek dat na Corona de prestatiedruk is toegenomen en dat als gevolg van de versoepelde exameneisen de uitval in het mbo, hbo en wo toeneemt, omdat de kersverse studenten het niveau niet aankunnen. Ook het ministerie van OCW stelt dat. Verder zien we de hartverscheurende taferelen van leerlingen die in een klas zitten waar ze het niveau verre van aankunnen. “Deze leerling zou het moeten kunnen!”, is vaak onderlegger van de uitspraak van de docentenvergadering om de leerling toch (kansrijk) te bevorderen. En hoe positief en sympathiek dat ook klinkt; we doen onze leerlingen er geen plezier mee. De metafoor is hier het examen doen voor je rijbewijs. Doen we de kersverse chauffeur (en diens medeweggebruikers) een plezier door een rijbewijs te verstrekken met het criterium “Deze chauffeur zou het moeten kunnen!”? Nee, dat doe je niet.

Afrekenen

Er is de laatste jaren een taboe gekomen op het woord ‘afrekenen’. Zo zou een ‘afrekencultuur’ binnen je school schadelijk zijn. Dat valt nog maar te bezien. Mijn credo is om van je (summatieve) toetsing en je determinatiemomenten juist een ultiem afrekenmoment te maken! Desnoods noem je het ‘prestatiemoment’, maar dit is het moment dat de leerling moet bewijzen wat er geleerd is de afgelopen periode. Voor de goede orde: dat we de leerlingen daar goed op voorbereiden door goed les te geven en formatief te handelen staat buiten kijf. En vanzelfsprekend ga ik er van uit dat summatieve toetsen ambachtelijk worden samengesteld, voortvloeiend uit een correcte doorlopende leerlijn.

De pedagogische argumenten die belangrijk zijn om bij twijfel niet te bevorderen zijn:

  • Een puber op een te hoog niveau laten werken is schadelijk voor de motivatie en het zelfvertrouwen. Het stapelen van opleidingen geeft meer ‘grit’ dan afstromen. Vertraging is niet per definitie slecht, zeker niet als dat versteviging oplevert.
  • De wereld na het voortgezet onderwijs is ingericht op afrekenmomenten, of we dat nu leuk vinden of niet. In het mbo, hbo en wo, maar ook in het werkzame leven zijn er momenten die vergelijkbaar zijn met bijvoorbeeld een CE. De leerlingen niet voorbereiden op dit soort momenten is simpelweg onverstandig.

Om deze argumenten maar eens samen te vatten in een sportmetafoor: geen enkele voetballer start gelijk in het eerste elftal, daar werk je naar toe.

Bewijsrijk

Goed beschouwd doen we de leerling dus geen plezier met (zomaar) kansrijk bevorderen. Ik pleit daarom voor een nieuwe term: ‘bewijsrijk’. Bewijsrijk betekent dat er op basis van bewezen resultaten van de leerling, aangevuld met bewezen, meetbaar en waarneembaar studiegedrag, een objectief oordeel kan worden gegeven. Ik stel daarnaast dat kansrijk en bewijsrijk niet tegenover elkaar staan, maar hand in hand moeten gaan. Want bewijsrijk bevorderen is per definitie kansrijk bevorderen.

Aan de slag met de determinatie in uw school?

Neem contact op met Sander van Veldhuizen.

Over de auteur

Sander van Veldhuizen 2022.jpg

Sander van Veldhuizen

Sander traint en adviseert scholen op o.a. de thema’s toetsing, docentvaardigheden, mentorvaardigheden en de 7 gewoonten van Covey.

Bekijk profiel

Zoek in de website