Sterke rekenaars maken soms toch veel fouten
Je zou toch zweren dat die begaafde leerling ook een sterke rékenaar is. Waarom maakt hij dan toch zo veel fouten? En waarom lukt het die goede rekenaar van groep 3, in groep 5 niet meer om foutloos de opgaven te maken? En dan heb je nog de leerlingen die uitstekend kunnen rekenen, maar zich overduidelijk vervelen en hun interesse in rekenen-wiskunde dreigen te verliezen. Hoe ga je om met sterke rekenaars? Hoe zorg je dat je ze herkent en dat ze hun capaciteiten maximaal kunnen ontwikkelen?
Aandacht naar sterke rekenaars
Al jarenlang gaat veel aandacht uit naar zwakkere rekenaars. Zij moeten tenslotte het basisniveau halen. Sterke rekenaars vallen daardoor soms wat tussen wal en schip. Ze werken veel zelfstandig en vaak versneld door de stof, waardoor je pas later merkt dat sommigen te weinig hebben gememoriseerd en geautomatiseerd of dat ze belangrijke stof niet hebben meegekregen. Ze beschikken soms over minder goed ontwikkelde rekenvaardigheden dan je had verwacht. En dat terwijl je wilt dat alle leerlingen zich optimaal ontwikkelen en je als school graag de signaleringswaarde voor 1S haalt.
Rekengesprek
Om sterke rekenaars goed te begeleiden is het allereerst van belang om te weten dát een leerling een sterke rekenaar is. Daar kom je achter door met leerlingen waar je niet goed hoogte van krijgt, een rekengesprek te voeren. In dat gesprek achterhaal je onder meer waar het probleem zit: in de verkenning van de opgaves, de uitwerking of de reflectie? Blijkt de leerling op zich wel goed te kunnen rekenen, maar gaat hij bijvoorbeeld te snel of maakt hij om een andere reden fouten? Dan bepaal je eerst wat voor sterke rekenaar de leerling is. Want er zijn meerdere typen sterke rekenaars die allemaal een andere begeleiding vragen:
- de goede rekenaar
- de snelle rekenaar
- de creatieve rekenaar
De goede rekenaar:
Eerst de basis dan pluswerk
Allereerst heb je de gewoon goede rekenaar: deze leerlingen kunnen goed uit de voeten met de rekenmethode en de standaard rekentoetsen; ze halen daarmee graag hoge scores. Ze vervelen zich vaak echter snel als de opgaven te eenvoudig voor ze zijn. En dan maken ze daardoor soms onnodige fouten.
Weet je dat een leerling een goede rekenaar is, dan is het belangrijk om te compacten. Geef de leerling minder verwerkingsopdrachten, zodat hij in grotere stappen en in een hoger tempo hetzelfde einddoel haalt. Veel goede rekenaars houden namelijk niet van té uitdagende opdrachten, vanwege angst om te falen. In de resterende tijd geef je hem daarom het plusmateriaal van de methode. Daarmee kan hij het geleerde in vergelijkbare maar net iets moeilijkere situaties toepassen, goed scoren en zo zijn zelfvertrouwen versterken.
De snelle rekenaar:
In een keer goed i.p.v. als eerste klaar
Het tweede type sterke rekenaar is de snelle rekenaar: Wil deze té snel werken, dan maakt die fouten. Van leerlingen die dit type rekenaar zijn, denk je daarom soms ten onrechte dat ze zwakke rekenaars zijn.
Snelle rekenaars laat je pas aan extra leerdoelen werken als de reguliere opdrachten gecontroleerd zijn en die correct beantwoord blijken. Degenen die té snel willen, help je rustiger en kritischer te werken. Het proces is belangrijk. Dus bijvoorbeeld dat ze de tussenstappen en uitwerkingen leesbaar noteren. Als eerste klaar zijn, moet geen doel meer voor ze zijn. In een keer het goede antwoord geven wel.
De creatieve rekenaar:
Welk antwoord is gewenst?
De derde groep sterke rekenaars bestaat uit de creatieve rekenaars. Zij geven regelmatig een verrassend en niet onwaar antwoord, maar niet het antwoord dat wordt gevraagd. De opdracht kan bijvoorbeeld zijn: trein A vertrekt om 8.00 uur vanuit Groningen naar Amersfoort en rijdt 80 km per uur. Trein B vertrekt op hetzelfde tijdstip van Amersfoort naar Groningen en rijdt 75 km per uur. De afstand is 143 kilometer. Wanneer ontmoeten ze elkaar? Een creatieve leerling kan antwoorden: “Dat weet je niet, want treinen hebben heel vaak vertraging.” Of: “Niet, want ze rijden allebei op een ander spoor.”
Creatieve rekenaars daag je uit met creatieve rekenopdrachten buiten de gewone rekenles. Deze leerlingen leer je om opdrachten eerst te interpreteren zoals het er staat, om te bedenken wat de vraagsteller wil weten. Pas nadat deze leerlingen de reguliere opgaven op die manier goed hebben beantwoord, stimuleer je hun creatieve geest met intrigerende rekenopdrachten.
Sterke rekenaars begeleiden en motiveren
Wil je meer weten over sterke rekenaars en hoe je die het beste begeleidt en motiveert? Kijk dan eens bij de eendaagse training Sterke rekenaars begeleiden en motiveren.
Ook kun je deze training met je team bij jou op school laten uitvoeren. Neem contact op om de mogelijkheden te bespreken. Mijn gegevens vind je hieronder.
Bronnen
De hoofdbron van dit blog ligt bij het boek Sterke rekenaars van Suzanne Sjoers (uitgegeven door CPS). Daarnaast zijn aanvullende bronnen gebruikt:
1. Reed, C.F. (2004). 'Mathematically Gifted in the Heterogeneously Grouped Mathematics Classroom: What is a to Do? Journal of Secondary Gifted education, nr. 15(3), pp. 89-95.
2. Sowell, E. J., Zeigler, A. J., Bergwall, L., & Cartwright, R. M. (1990). Identification and description of mathematically gifted students: A review of empirical research. Gifted Child Quarterly, 34(4), 147-154.