Effectief woordenschatonderwijs in de praktijk

Effectief woordenschatonderwijs in de praktijk

Lessuggesties om direct toe te passen in de les

In onze samenleving vormen woorden de sleutels voor taalbegrip en kennisoverdracht. Onze woordenschat is dan ook van groot belang voor het functioneren in de maatschappij. Een veel terugkomende vraag is hoe leerkrachten ervoor kunnen zorgen dat woordenschat wordt aangeleerd. Leerkrachten leggen namelijk de hele dag woorden uit, maar merken dat hun inspanning niet altijd tot de gewenste resultaten leiden. Maar wat werkt dan wel?

Woordenschatverwerving

De ontwikkeling van de woordenschat begint al op jonge leeftijd. Jonge kinderen starten met het ontwikkelen van dagelijks algemeen taalgebruik. Naarmate ze ouder worden en in hogere groepen komen breiden ze dit uit met cognitieve academische taal.

Woordenschatverwerving is een cumulatief proces. Dat wil zeggen, hoe groter de woordenschat van leerlingen, des te makkelijker het is om meer woorden bij te leren. Bij het verwerven van woordenschat gaat het namelijk niet om het aanleren van losse woorden, maar om het aanhaken van nieuwe woorden aan een netwerk.

Hier komt dan ook het Mattheüs-effect om de hoek kijken: kinderen met een grote woordenschat zullen eenvoudiger woorden bijleren, waar kinderen met een kleine woordenschat steeds verder achterblijven. Het is voor leerkrachten dan ook erg belangrijk dat ze ervoor zorgen dat alle leerlingen een goede basiswoordenschat hebben en daarop voort kunnen borduren.

Woordenschat uitbreiden

Kinderen kunnen op twee verschillende manieren hun woordenschat uitbreiden. De eerste manier is incidenteel, waarbij het kind woorden ongemerkt oppikt. De tweede manier is intentioneel, waarbij de leerkracht of de ouder woorden expliciet aanleert.

Leerlingen leren zo’n 3000 nieuwe woorden per schooljaar. Hiervan kan een leerkracht, door directe instructie, leerlingen zo’n 300 tot 500 woorden op jaarbasis intentioneel aanleren. Oftewel zo’n acht tot tien woorden per week. De overige 2500 nieuwe woorden worden door leerlingen op een incidentele manier verworven. Dit gebeurt doordat leerlingen woorden en betekenissen ophalen uit de context. De voornaamste handeling waarin dit gebeurd is tijdens het lezen. Lezen speelt dan ook een cruciale rol bij het verwerven van woordenschat.

Effectief woordschatonderwijs

Naast dat dus een groot gedeelte van de woordenschatontwikkeling incidenteel verloopt is het van belang om als leerkracht woorden intentioneel aan te bieden.
Er zijn drie effectieve manieren om dat te doen.  

  1. Het is van belang dat de leerkracht een duidelijke betekenisomschrijving en context geeft over het te leren woord. Hierbij is het van belang om het te leren woord met andere woorden en concepten in associatie te brengen. Dit kan mondeling worden gedaan (webbing), maar kan ook schematisch worden weergegeven (mapping).

  2. Er moet er een mogelijkheid voor leerlingen zijn om het woord te kunnen verwerken (deep processing). Dit kan je als leerkracht bijvoorbeeld doen door de leerlingen de gelegenheid te geven een gesprek te voeren waarin ze het nieuwe woord kunnen koppelen aan hun eigen voorkennis.

  3. Het is belangrijk om de leerlingen meermaals ervaring op te laten doen met het woord.

Hoe werkt dat in de praktijk?

Stel, tijdens een begrijpend lezen les komt er in een tekst over het christendom het begrip religie voor. Als leerkracht weet je dat dit woord voor het gros van de leerlingen nieuw is. Een van je eigen lesdoelen bij deze les is dan ook om het begrip religie aan de leerlingen aan te bieden.

Betekenis geven
Na het (gezamenlijk) lezen van de tekst, schrijf je dit woord op het bord en geef je een duidelijke betekenisomschrijving (godsdienst). Vervolgens geef je de leerlingen een context waarbinnen ze dit woord kunnen tegenkomen/gebruiken. Hierbij gebruik je woorden als geloof, christendom, islam, jodendom, kerk, moskee, bijbel, koran. Naast dat je dit mondeling met de leerlingen bespreekt, zet je dit in de vorm van een woordspin ook nog op het bord. Op deze manier zit in je betekenisgeving zowel webbing als mapping.

Verwerken
Vervolgens laat je de leerlingen zelf aan de slag gaan met het woord. Op deze manier krijgen ze de mogelijkheid om een eigen netwerk in hun hoofd te maken en het woord te verwerken. Je zou dit kunnen doen door de leerlingen zelfstandig een woordspin over dit woord te laten maken, maar ook door de leerlingen de betekenis van dit woord met een (schouder)maatje te laten bespreken of een verhaal/zinnen te laten schrijven waar het woord in terugkomt.

Verstevigen
In de dagen na het intentioneel aanleren van het woord, ga je leerlingen spelenderwijs het woord en de betekenis ervan laten herhalen. Dit zorgt voor het verstevigen van de verbindingen van en naar het netwerk, maar ook dat de nieuwe woorden in het langetermijngeheugen van leerlingen worden opgeslagen.

Het verstevigen van de verbindingen zou je kunnen doen door leerlingen een woordenschat dictee te geven, door een (digitale) quiz met ze te spelen of door de leerlingen een (formatieve) toets te laten ontwerpen/verzinnen voor elkaar.

Ook kun je spelletjes inzetten. Denk aan het spel waarbij de leerling een begrip op zijn voorhoofd heeft en met uitleg van zijn medeleerlingen moet raden om welk woord het gaat. Ditzelfde geldt voor het spel waarbij leerlingen binnen 30 seconden zoveel mogelijk (geleerde) woorden moeten beschrijven en raden om zoveel mogelijk punten te behalen.

Herhalen, herhalen, herhalen

Goed (intentioneel) woordenschatonderwijs blijft dus niet bij één les. Het gaat over het creëren van een netwerk van woorden, het oeverloos herhalen van woorden en het meermaals ervaring opdoen met woorden om zodoende stevige netwerkverbindingen te creëren in het langetermijngeheugen.

Meer weten?

Wil je meer weten over effectief woordenschatonderwijs of over taalonderwijs in het PO? Neem dan contact op met Naomi Baggelaar of kijk op Taalonderwijs PO - CPS.nl

Over de auteur

Naomi Baggelaar 2022.jpg

Naomi Baggelaar

Naomi Baggelaar is adviseur en trainer bij CPS. Zij is onder andere gespecialiseerd in fonemisch bewustzijn, jonge kind didactiek/pedagogiek, onderzoekend en ontwerpend leren, leerkracht-leerling interacties en in taal, rekenen en interactie.

Bekijk profiel

Zoek in de website