Gewenst: kop en staart
Een blog over het cognitieve domein van Oracy
Blog 4 - Oracy
Je kent het wel: een leerling met een veel te lange spreekbeurt waar geen kop of staart aan zit, een ander die tijdens zijn voordracht steeds afgeleid is of een leerling die tijdens een discussie veel te ver uitweidt. De overige leerlingen haken af, gaan kletsen en jij staat er met kromme tenen bij. Een verhaal goed opbouwen, op de tijd letten, geconcentreerd blijven: allemaal aspecten van een goede presentatie die kinderen moeten leren voor ze het kunnen. Maar hoe help je ze daarbij?
We hebben het hier over het cognitieve aspect van Oracy. Met Oracy bedoelen we mondelinge taalvaardigheid in brede zin: dat je kunt verwoorden wat je denkt of voelt, naar anderen kunt luisteren en adequaat kunt reageren. In eerdere blogs hebben we geschreven over welke fysieke en linguïstische vaardigheden je hiervoor nodig hebt. De cognitieve vaardigheden vormen het derde domein van het Oracy-raamwerk.
Het cognitieve domein omvat:
- inhoudelijke kennis
- gespreksstructuur
- verduidelijking en samenvatting
- zelfregulatie
- redenering
Het Raamwerk Oracy biedt een doorgaande leerlijn om leerlingen alle aspecten van mondelinge taalvaardigheid stap voor stap aan te leren. Bij bijvoorbeeld zelfregulatie, zal een jong kind eerst moeten leren wachten met spreken tot het een beurt krijgt. Later zal het zelf aan moeten voelen wanneer en hoe vaak hij het woord kan nemen in een gesprek. Aan de stapsgewijze ontwikkeling van alle Oracy-vaardigheden kun je als leerkracht een belangrijke bijdrage leveren. Heldere doelen stellen en veel spreekruimte geven om te oefenen vormen de basis.
Heldere doelen
Door steeds duidelijk te maken op welk onderdeel kinderen moeten letten, stel je ze in staat aspect voor aspect te leren. Net zo lang tot ze het complete pakket beheersen. Als voor een spreekbeurt bijvoorbeeld een logische opbouw met een kop en een staart van belang is, kan de gever van de spreekbeurt daar zijn aandacht speciaal op richten. Je vraagt de toehoorders feedback op vooral die opbouw te geven. Zo stimuleer je hen om tijdens de spreekbeurt speciaal hierop te letten, erover na te denken en feedback te verwoorden. Daardoor leren zij het aspect ook al actief en voorkom je bovendien dat ze slechts met ‘leuk’ antwoorden als je ze vraagt wat ze van de spreekbeurt vonden.
Spreekruimte is oefenruimte
Leerkrachten zijn nu nog vaak vooral zelf aan het woord: ze stellen een vraag en een leerling geeft antwoord. Maar het is juist van groot belang dat kinderen veel ruimte krijgen om te oefenen met spreken. Twee spreekbeurten per jaar volstaan echt niet. Maar geen paniek: er is beslist veel spreekruimte mogelijk tijdens de reguliere lessen. Laat kinderen elkaar de stof vertellen, stel open vragen en vraag door en niet alleen bijvoorbeeld ‘Wie weet wat lava is?’. Door leerlingen meer zelf aan het woord te laten, zijn ze actiever en nemen ze de stof bovendien beter op. En bijkomend voordeel: een goed gestructureerd verhaal kunnen vertellen, helpt ook bij het herkennen van structuren bij tekstbegrip.
Bijvoorbeeld: vraag kinderen bij de start van een thema eerst eens om in tweetallen elkaar te vertellen wat ze al over een onderwerp weten. Je kunt ze wat vragen meegeven om ze richting te geven. Bijvoorbeeld het onderwerp vulkanen: wat zijn het, hoe ontstaan ze, waar vind je ze, welke woorden ken je die ermee te maken hebben? Daarna laat je een aantal kinderen hierover vertellen en laat je andere dit aanvullen of hierop reageren. Hiermee stimuleer je ze goed te luisteren en hun gedachten te ordenen. Want ze kunnen zomaar de volgende zijn die een beurt krijgt.
Twee lesideeën
Met het lesidee Kleur bekennen kun je kinderen laten oefenen met een standpunt innemen en hun mening beargumenteren. De vragen uit het lesidee Taxonomie van Bloom kun je gebruiken om leerlingen op een steeds moeilijker niveau te laten nadenken en vertellen over een tekst of onderwerp.
Meer weten?
Wil je meer weten over het cognitieve domein van mondelinge taalvaardigheid? Of over Oracy in het algemeen? In de vorige drie blogs ging het over Oracy algemeen, over het fysieke domein en het linguïstische domein. In het volgende blog vertellen we je meer over het vierde domein van Oracy: sociaal-emotioneel. Hierin gaat het onder meer over zelfvertrouwen bij spreken voor een groep en adequaat reageren op anderen. Wil je zeker weten dat je geen blog mist, geef je dan op voor de CPS Nieuwsbrief.
Meer informatie vind je ook in het e-book Oracy.
- Een sprekende animatie over Oracy staat op www.cps.nl/oracy.
- Wil je weten wat Oracy voor jouw leerlingen en jouw school kan betekenen? We geven graag een korte persoonlijke presentatie.
Dit blog is geschreven door Yvonne Koene, taalspecialist voor het basisonderwijs