Een nieuw schooljaar, een nieuwe kans!
Hoe formuleer ik een missiestatuut met daarin mijn diepe passie voor leerlingen beschreven?
Veel collega’s zijn in het onderwijs naast de hectiek van vandaag, ook al bezig met het nieuwe schooljaar. Niet alleen daartoe genoodzaakt door het NPO, maar ook al vanwege formatie, huisvesting etc. Ik denk dat op alles wat we doen, of dat nou in de vakgroep, de bouw, het team, het mentorenteam, de afdeling of de school als geheel is, het altijd maar weer de vraag is: draagt wat we doen bij aan de visie die we op onze site hebben staan. Vandaag zou ik het meer concreet willen maken. Draagt eigenlijk alles wat je doet als (in)formeel leidinggevende ook bij aan jouw persoonlijke visie op onderwijs?
Hoe zou het zijn als je het schooljaar eens begint met jouw persoonlijke passie voor het leren en leven van de leerlingen en je collega’s? Dat je ze zorgzaam verleidt om mee te gaan in jouw drijfveren? Stephen Covey noemde dat een persoonlijk missiestatuut, Aristoteles noemde dat al veel langer geleden gewoon ‘het leiden van een goed leven’. Hoe werkt dat, zo’n missiestatuut? Laat ik je meenemen in wat gedachten.
Wat is een missiestatuut?
Als eerste maar eens een korte definitie: je missiestatuut (of visie of missie) is eigenlijk de belofte die je doet aan iedereen, en in het bijzonder aan de leerlingen, van je school, team, bouw etc. Het vertelt wat eigenlijk je einddoel voor iedereen in de school is. Door het beschrijven van je missie, je passie, kun je focussen. Het helpt je besluiten wat er wel en vooral wat er niet gedaan hoeft te worden. Het is dus een mooi instrument om weg te blijven uit de waan van de dag!
Een missieverklaring moet iets zijn waarover je diep gepassioneerd bent, maar het moet ook gericht zijn op wat de beste resultaten zijn voor je leerlingen Het gaat niet alleen om persoonlijke prioriteiten. Om een krachtige visieverklaring op te stellen, moet je de tijd nemen om je diepste doel voor je leerlingen te verwoorden.
Drie gouden tips
En hoe ga je dat voor elkaar krijgen? Ik beschrijf drie gouden tips. Ten eerste onderzoeken wat je diepe passie is voor het werken met leerlingen, ten tweede je passie specifiek maken en als laatste nadenken over al je leerlingen.
1. Passie!
Laten we beginnen met een voorbeeld. In gesprek met een schoolleider PO kwam ze tot een volgend missiestatuut; ‘als schoolleider wil ik er voor zorgen dat alle leerlingen het beste uit zichzelf halen en succesvol zijn op het voortgezet onderwijs’. Tijdens het gesprek merkte ze zelf op dat het wel heel vaag was, en niet heel erg afwijkend van wat anderen zouden beschrijven. We zijn aan de slag gegaan met vragen als ‘wat is wat je nu werkelijk wilt voor je leerlingen’. Deze vraag hebben we ongeveer vijf keer besproken, evenals de antwoorden. Na een dialoog kwam ze met het volgende; ‘ik wil dat al mijn leerlingen op school voldoen aan de normen voor rekenen en begrijpend lezen of er zelfs bovenuit stijgen’. Dat lijkt misschien wat magertjes, maar in de context van de school goed uit te leggen.
2. Specifiek maken!
Het tweede criterium voor een sterke visie is dat ze specifiek moet zijn. Hier zie ik teamleiders in het VO mee worstelen. We zijn getraind om vage, visieverklaringen te schrijven vol met woorden als "talenten" en "21e eeuwse vaardigheden" en "onderwijs op maat". Hoewel deze woorden belangrijk lijken, worden ze betekenisloos wanneer het aankomt op het dagelijkse werk van scholen. Een voorbeeld: een teamleider schreef ‘ik wil dat mijn leerlingen worden opgeleid voor beroepen die nu nog niet bestaan, waarbij ze kritisch denken en problemen op kunnen lossen’.
Het probleem bij dit soort beschrijvingen is, dat de kritische begrippen als kritisch denken, oplossen van problemen, nogal moeilijk te definiëren zijn. Het blijft vaag. Na flink wat doorvragen ontdekte hij dat het meer iets was als ‘als teamleider wil ik dat de leerlingen hun eigen stem vinden en die gebruiken om deel te nemen aan de maatschappij’. Kunnen we dat meten? Dat is afhankelijk van hoe je tegen ‘meten’ aankijkt. Maar meten hoeft niet alleen maar kwantitatief. Je kunt dit soort onderwerpen ook heel goed kwalitatief meten. Bijvoorbeeld door gesprekken aan te gaan met je leerlingen.
3. Alle leerlingen!
Stel je nou eens voor dat AL je leerlingen uitgangspunt zijn voor je missiestatuut. Blijf even weg van de details en bezwaren die dat oproept. Droom hoe het er dan zou uitzien. Beschrijf wat je ziet zo concreet mogelijk. Op het moment dat je een duidelijk beeld hebt van wat jij al je leerlingen zou toewensen mag je ook geloven dat het je gaat lukken. Niet vandaag, niet morgen, maar wel ergens in de toekomst!
Tot slot. Je hebt je missiestatuut beschreven. Belangrijk is om het nu te delen. Aan iedereen en telkens weer aan wie het moet horen. Dus aan al je collega’s, maar ook aan iedereen die betrokken is bij de school. Neem ze mee in jouw dromen voor de leerlingen! Ga samen vragen stellen aan je missiestatuut. Waar staan we nu, waar willen we naar toe, wat is mogelijk, wat laten we voortaan achterwege, welke nieuwe zaken gaan we aanpakken?