Zeven tips voor een goed gesprek met je mentorleerlingen
Een gesprek met een mentorleerling, het lijkt zo eenvoudig. “Hoe gaat het met je?”, vraag je belangstellend. “Goed hoor” of “Het gaat wel” krijg je als antwoord. Natuurlijk ben je niet voor één gat te vangen en vraag je door: “Hoe vind je het op school? En in je klas?” “Goed hoor.” “En hoe gaat het met je cijfers?” “Ook goed.”
Gesprekjes die niet echt op gang komen, kunnen je een heel ongemakkelijk gevoel geven. Veel leerlingen zitten ook helemaal niet te wachten op dit soort hoe-gaat-het-gesprekjes, die in hun ogen misschien eerder getuigen van routine dan van werkelijke belangstelling. Het beheersen van een aantal effectieve gespreksvaardigheden is voor je rol van mentor uitermate belangrijk, maar soms ook gewoon lastig. Daarom zeven tips die je helpen om meer uit het gesprek met je mentorleerlingen te halen. Wat zeg ik: veel meer!
1. Wees helder over de reden van je gesprek
Het gesprek start en verloopt makkelijker als je weet waarom je met de leerling wilt praten. Geef dat aan het begin van het gesprek ook aan. Een heldere focus zorgt voor de juiste mindset. Bij jou en de leerling.
2. Praat met je leerling en niet tegen de leerling
Het is maar al te verleidelijk om zelf veel aan het woord te zijn. Eigenlijk best logisch dat pubers zich dan geen eigenaar voelen van die aangedragen oplossing: ze zeggen “ja” maar doen “nee”. Door met je leerling te praten, en niet tegen je leerling, ga je andere vragen bedenken.
3. Probeer vooral te luisteren
Een goed gesprek staat of valt met het goed kunnen luisteren. Als je een ander oprecht probeert te begrijpen, dan versterkt dat niet alleen de onderlinge band, maar bovenal haal je door het stellen van de juiste vragen (of door juist even je mond te houden) het onderliggende probleem naar boven. Het blijkt namelijk dat het echte onderwerp nooit is waar het in de eerste paar minuten over gaat.
Luisteren met de intentie de ander echt te begrijpen. Dus luister zonder oordeel, waarde of vooringenomenheid.
Een voorbeeld: een leerling haalt al enkele weken slechte cijfers en jij weet dat zijn oma vorige maand is overleden. Met een vraag “Komt het misschien door het overlijden van je oma?” geef je onbedoeld richting aan de gedachten van je leerling. Misschien ontkent de leerling of grijpt hij jouw vraag juist aan als excuus. Hoe dan ook, na jouw vraag gaat het gesprek vermoedelijk vooral over de oma en niet – of minder – over het welbevinden en de cijfers van de leerling. Misschien is er wel een conflict geweest met een medeleerling of speelt er iets heel anders.
4. Met de juiste vragen loopt het soepeler
Door je manier van vragen stellen kun je een gesprek soepeler op gang brengen. “Waarom gaat het goed?” of “Wat vind je dat er goed gaat?” Met verdiepende vragen (“Kun je me er meer over vertellen?”) prikkel je de leerling om na te denken en te verhelderen wat hij bedoelt.
5. Draag niet direct oplossingen aan
Natuurlijk heb je als docent veel kennis, inzicht en ervaring. Het is verleidelijk om gelijk oplossingen aan te dragen als een leerling een probleem met jou deelt. Doe dat niet, maar moedig de leerling met een vragende, niet oordelende houding vooral aan om zelf oplossingen te bedenken. Een leerling die zelf oplossingen bedenkt, zal zich hier ook eigenaar van voelen. Luister naar de leerling en help hem om stap voor stap te analyseren wat het probleem is, wat er gebeurd is of waar zijn zorgen vandaan komen. Met oplossingsgerichte vragen help je de leerling om zelf antwoorden en oplossing te bedenken. Voorbeelden van dat soort vragen: “Wat zou het opleveren als je met stopt met […]?” of “Wat zou het je opleveren als je nu begint met […]?”\
6. Verbreed het perspectief
Soms worden dingen pas helder als je wat meer afstand neemt. Dat geldt voor iedereen, maar zeker voor pubers. Help je leerling om het perspectief op de situatie te verbreden, bijvoorbeeld met vragen als: “Wat zou ik zien als ik kon meekijken in de situatie?” of “Wat zou […] over de situatie zeggen als ik haar vroeg?”
7. Praat niet over jezelf
Opmerkingen als “O, dat herken ik heel goed” of “Dat had ik nou nooit” brengen de gedachten van de leerling op een ander spoor, namelijk jouw spoor.
Een goed gesprek staat of valt met de juiste mindset en het stellen van activerende vragen. Door als mentor veel meer op een coachende manier het gesprek te voeren help je de leerling om zelf oplossingen te bedenken en ondersteun je hem of haar om te groeien in pro-actief gedrag. Een groot verschil met een sturend gesprek waar je veelal vooral zelf hard aan het werk bent!
Wil je meer leren over effectieve gesprekstechnieken?
Wij geven trainingen De mentor als coach