Hoe maak je kleuters taalbewust?
Vaardigheden rond klanken en letters zijn een belangrijk onderdeel van geletterdheid van jonge kinderen. Het is de basis voor het goed leren lezen en schrijven. In de kleuterperiode leggen we het fundament hiervoor door klankleer: het fonologisch en fonemisch bewustzijn.
Wist je dat fonologisch en fonemisch bewuste kleuters een leerwinst van vijf maanden kunnen ontwikkelen én beter presteren op lees- en spellingtests?
De fonologische ontwikkeling
We ontwikkelen het fonologisch bewustzijn bij kleuters door met ze te rijmen, klankgroepen te laten klappen en het aantal woorden in een zin te laten herkennen. En alhoewel het rijmen en het klappen van klankgroepen geen directe relatie heeft met het leren lezen, zijn deze vaardigheden wel van belang voor het taalbewust en fonemisch bewust worden van kinderen en het aanleren van de juiste schrijfwijze van woorden. Daarom is het belangrijk dat jonge kinderen bij het verlaten van groep één fonologisch bewust zijn.
De fonemische ontwikkeling
Het fonemisch bewustzijn, het begrijpen dat klanken met letters corresponderen, helpt jonge kinderen het alfabetisch principe te begrijpen. Het bestaat uit het kunnen isoleren, samenvoegen, analyseren en manipuleren van klanken en draagt direct bij aan de eerste fase van het leren lezen.
Planmatige aanpak
Omdat het fonemisch bewustzijn zich niet spontaan ontwikkelt, adviseren we leerkrachten dit planmatig en minstens drie keer per week terug te laten komen in hun lespraktijk. Dit kan vanuit een instructie, een spel, een zelfstandige opdracht of een opdracht in kringvorm. Door veel te oefenen, maken leerlingen het alfabetisch principe zich eigen en worden ze steeds fonemisch bewuster.
Het belang van letterkennis
Om jonge kinderen taalbewust te maken en ze te helpen met het leren lezen, is het naast het fonemisch bewustmaken van jonge kinderen ook belangrijk om gelijktijdig te oefenen met letterkennis. Je kan dan denken aan oefeningen die te maken hebben met het herkennen van letters, het letters benoemen en het aanwijzen en benoemen van letters in woorden.
Visuele houvast
Letters bieden namelijk een belangrijk visueel houvast bij het onderscheiden van klanken in woorden, terwijl fonemisch bewustzijn te maken heeft met luistervaardigheden. Deze visuele en auditieve componenten versterken elkaar in het taalbewust maken van jonge kinderen.
Circa 15 letters aan het eind van groep twee
Om leerlingen de optimale start te geven voor de eerste fase van het leren lezen, moeten jonge kinderen een behoorlijk aantal letters productief kennen aan het eind van groep twee. Als richtlijn houden we aan dat dit zo’n 12 tot 15 letters zijn. Welke letters dat zijn, dat maakt niet uit.
Aanwijzen en benoemen
Bij het aanleren van letters is het van belang dat je de letters zowel receptief als productief bij de leerlingen aanbiedt. Jonge kinderen bouwen namelijk geleidelijk het aantal letters dat ze kennen op. Het is daarom belangrijk dat ze oefenen in zowel het aanwijzen als het benoemen van letters. Wil je hiermee differentiëren in de klas? Je kan een groep leerlingen bepaalde letters laten benoemen en een andere groep letters laten aanwijzen.
Woordenschat en leesontwikkeling
Bij de leesontwikkeling van jonge kinderen speelt ook een grote woordenschat een belangrijke rol. Leerlingen die veel woorden leren, onthouden niet alleen de betekenis, maar ook de klankvormen. Het wordt voor jonge kinderen makkelijker om woorden te herkennen als de leerkracht ze ‘hakt’, maar ook als de leerling uiteindelijk zelfstandig woorden gaat lezen. In mijn blog Effectief woordenschatonderwijs in de praktijk lees je er meer over.
Wat als het fonemisch bewustzijn niet op gang komt
Sommige leerlingen pakken moeiteloos fonemische vaardigheden op en lijken de letters na de eerste aanbieding al meteen te onthouden. Toch zijn er ook leerlingen die meer moeite hebben met het vergaren van fonemische vaardigheden. Ook het aanleren van letters lijkt maar moeizaam op gang te komen bij deze leerlingen.
Onderzoek de oorzaken
In dat geval is het goed als de leerkracht of ib’er onderzoekt welke oorzaken er kunnen zijn voor het onvoldoende ontwikkelen van het fonologisch bewustzijn. Mogelijk kan de leerling niet goed horen, komt er dyslexie in de familie voor, heeft de leerling een zwakke mondelinge taalvaardigheid, is er een taalarme situatie thuis of heeft de leerling weinig ervaring met de Nederlandse taal.
Verlengde instructie
Als het fonologisch bewustzijn van deze leerlingen wel voldoende blijkt ontwikkeld, ga dan na of de instructie van de fonemische vaardigheden goed bij de leerling is binnengekomen. Misschien heeft de leerling een verlengde instructie nodig en meer ruimte om te oefenen. Ook kan het zijn dat deze leerling meer tijd nodig heeft om fonemische vaardigheden eigen te maken. Dan is herhaling van groot belang en is het goed om deze leerlingen klanken en lettertekens tegelijkertijd aan te bieden.
Meer inzichten en verdieping?
Wil je (samen met je team) meer inzichten over en je verdiepen in het taalbewustzijn van kleuters? Neem dan contact met mij op om de mogelijkheden te bespreken voor een training bij jouw op school.
Je kan ook deelnemen aan onze academietraining Werken met fonemisch bewustzijn.
Praktische handvatten met oefeningen voor in de praktijk, vind je in de Werkmap fonemisch bewustzijn.