Wat betekent ‘Formatief toetsen in de les’ voor het mbo?

Wat betekent ‘Formatief toetsen in de les’ voor het mbo?

Betekent formatief toetsen dat je nog meer moet toetsen? Moet je aan al je lessen toetsen toevoegen? Hoe kun je formatief toetsen in het mbo, waar de beroepspraktijk centraal staat?

Irma Koerhuis, ontwikkelaar leermiddelen en examens bij Stichting Praktijkleren, las het boek ‘Formatief toetsen in de les’ van CPS. Zij bespreekt met adviseur-/trainers Joke Koopman en Geke van Dijk van CPS de mogelijkheden van formatief toetsen in het mbo. Rond formatief toetsen’ is nog veel begripsverwarring. In het boek ‘Formatief toetsen in de les’ staat deze toelichting: ‘Formatief toetsen verwijst naar alle processen waarbij docenten en leerlingen gebruikmaken van informatie over het leren, om te leren’. 

Irma: Ik ben heel blij met jullie brede invulling van het begrip formatief toetsen. Toetsen is veel meer dan het maken van voortgangsopdrachten. Docenten, (mede)studenten, stagebegeleiders, collega’s in de bijbaantjes van studenten en ouders zien heel veel kanten van een student.

Hoe zien jullie formatief toetsen in het mbo? 

Joke: In het mbo gaat het gesprek over formatief toetsen al snel over de vele voortgangs- en ontwikkelgerichte toetsen. Niet zelden blijken deze toetsen bij zowel docenten als studenten de nodige frustratie op te leveren. ‘Het lijkt wel alsof studenten alleen nog maar leren voor een toets die meetelt’, is een veel gehoorde verzuchting van docenten. Maar als je een toets alleen gebruikt om informatie te verzamelen over de voortgang van je studenten, schiet je bij formatief toetsen je doel voorbij. 

De essentie van formatief toetsen is de leerresultaten gebruiken om het leerproces te verbeteren. Anders gezegd: ‘Niet de toets, maar het gevolg bepaalt of je formatief bezig bent’.
Geke: Een formatieve toets is bedoeld om inzicht te krijgen in wat de student al beheerst én wat er nog moet worden gedaan om het leerdoel te bereiken. Dit inzicht is niet alleen belangrijk voor de docent of de praktijkbegeleider. Het is minstens zo belangrijk voor de student. Die moet het uiteindelijk doen. Geef bijvoorbeeld de student de opdracht eerst voor zichzelf te bepalen wat al goed gaat en wat er nog moet worden gedaan om het doel te halen. Je kunt ook vragen om dat in samenwerking met andere studenten te doen. Studenten blijken heel goed in staat om elkaar feedback te geven als ze maar een duidelijk beeld hebben van de leerdoelen waar zij naartoe werken. Nu worden toetsen/opdrachten vaak nog gezien als puur meetpunt: ik ben er nog niet en dan oefent/leert de student verder zonder kader of richtlijn.

Irma: Heel interessant is het uitdagen van studenten om fouten te maken. Hierdoor wordt duidelijk dat fouten maken bij leren hoort. Leren speelt zich af op de grens van het wel en niet kunnen.

Hoe bereik je dat studenten zichzelf de vraag stellen: Wat kan ik (nog) niet en durf ik fouten te maken? 

Joke: Als studenten ervaren dat je formatief toetst om informatie te verzamelen over wat er nog te leren is, dan krijgt toetsen en het maken van fouten een heel andere lading. Denk bij formatief toetsen niet alleen aan een geplande voortgangstoets. In feite kan elke situatie waarin je informatie verzamelt over waar studenten staan een formatief toetsmoment zijn. Dat kan dus ook tijdens een instructie, een groepsgesprek of de uitvoering van een praktische handeling.
Geke: Creëer een sfeer waarin fouten maken normaal is en onderdeel van het leerproces. Fouten maken juist zichtbaar wat er nog te leren is.
Joke: Maar om alle feedback effectief te kunnen verwerken, zullen studenten ook goed moeten begrijpen waar zij naartoe werken. Stimuleer ze om de leerdoelen zo concreet mogelijk voor zichzelf te formuleren.

   
Praktijkvoorbeeld

Een voorbeeld uit de praktijk: Een student Dienstverlening niveau 2 voert een taak uit m.b.t. voorraadbeheer. De student heeft hier ervaring mee opgedaan in een bijbaan en sinds kort op de BPV plek. De student benoemt vooraf wat zij/hij verwacht al te kunnen en wat nog een aandachtspunt zal zijn. Een medestudent kan tijdens de uitvoering observeren en na afloop bespreken de studenten samen de opbrengst. Wat ging er goed maar ook wat ging er nog niet goed, welke fouten zijn gemaakt. Daarna kunnen leerdoelen en acties worden geformuleerd voor het vervolg.


Irma: Door toetsen als leermoment te zien breng je studenten ook gevoel voor kwaliteit bij. Wanneer is iets goed? Dat is een vraag die ze zichzelf regelmatig moeten stellen.

Hoe ontstaat dat kwaliteitsbesef? 

Joke: Studenten ontwikkelen gevoel voor kwaliteit, ‘wanneer is het goed’, als zij begrijpen wat succescriteria zijn voor het behalen van de leerdoelen.
Zij zijn dan ook steeds beter in staat om zichzelf en elkaar feedback te geven. Beproefde strategieën voor formatief toetsen zijn gebaseerd op gedeelde verantwoordelijkheid van de docent en stagebegeleider, de studenten zelf en hun studiegenoten. In ons boek staan verschillende voorbeelden van strategieën en praktische technieken voor het delen en verhelderen van leerdoelen.

   
Praktijkvoorbeeld

Voor de studenten van de opleiding Verzorgende IG is een overzicht gemaakt van de verpleegkundige handelingen uit Kerntaak 1, werkproces 5. Onderscheid is gemaakt in ‘starter’, ‘gevorderd’ en ‘beroepsbekwaam. Hierin staat beschreven wat de student op dat niveau moet kunnen laten zien. Studenten die het werkproces al beheersen op startersniveau demonstreren de vaardigheid. Medestudenten en eventueel docent geven feedback en benoemen dus wat goed ging en wat niet goed ging. De studenten maken vervolgens in groepjes een beschrijving van de succescriteria bij het niveau van starter en vergelijken dit met de beschrijving in het overzicht. Bijkomende opbrengst is dat op deze manier de werkprocessen uit de KD’s zichtbaar en verbonden worden met het eigen leerproces. De succescriteria zijn tegelijk het doel voor studenten die het startersniveau nog niet beheersen en de uitgangssituatie voor andere studenten voor het beschrijven van de leerdoelen op weg naar het volgend niveau. Vervolgens formuleert de student op basis van de gegeven feedback het eigen leerdoel voor de volgende tussenstap. Dus ook hier weer: wat is het doel/wanneer is het goed? – waar sta ik? – wat ga ik doen om dit doel (of het volgende doel) te halen?


Irma: Wat je als docent vaak al doet, maak je met formatief toetsen zichtbaar en effectiever. In de leermiddelen van Stichting Praktijkleren is ook volop gelegenheid voor formatief toetsen. Deze momenten zijn misschien niet altijd herkenbaar. Zo is er bij het lesmateriaal voor ICT een portfolio opgenomen dat heel goed bruikbaar is als formatief toetsinstrument. Maar ook een activiteit waarbij de student moet nadenken over welke gegevens je in een servicedesksysteem zou moeten vastleggen is een formatief moment: hiermee stimuleer je de student zelf te bedenken wat hij of zij hiervan al weet en wat er nog te leren is.  

Hoe zijn formatieve momenten te herkennen en te benutten?

Geke: In wezen kan elk moment een formatief moment zijn.  

   
Praktijkvoorbeeld

Als een student start op een BPV plek wordt eerst gekeken naar wat de student kan en kent, alvorens de persoonlijke  leerdoelen voor de BPV worden geformuleerd. Of een student heeft een ervaring opgedaan die bijdraagt aan de beroepshouding. Dit kan worden opgemerkt als succes en aangegrepen worden om vervolgdoelen te formuleren wat betreft beroepshouding.

Ook in een gewone les kan elk moment gebruikt worden om informatie te verzamelen.

   
Praktijkvoorbeeld

Bij een les over het voeren van een zakelijk telefoongesprek schrijven alle studenten hun eigen naam met de woorden van het internationaal telefoonalfabet. Dan wordt direct zichtbaar wie dit al beheersen en voor wie het nog nieuw is of weggezakt. Welke gevolgen heeft deze miniopdracht voor de volgende stap van elke student? Op basis daarvan kunnen bijvoorbeeld groepjes worden gemaakt om te oefenen. 

  
Feedback geven hoeft niet altijd heel groot en nadrukkelijk.

   
Praktijkvoorbeeld

Als je een student die op een oefenhoofd aan het föhnen is in het voorbijgaan een compliment geeft – wat heb je dit kapsel mooi afgestyled –  kun je daarbij een stimulerende vraag stellen – je hebt nu vaak geoefend op de losse onderdelen van het afstylen, wat is je volgende stap? Op zo’n moment geef je feedback en de student kan het volgende doel voor ogen nemen.

 

Wat levert formatief toetsen voor de student op?

Irma: Het mooie van de procesgerichte blik van formatief toetsen is dat dit proces door werkt. Kwaliteitsbesef, reflectie, kleine stappen zetten en vervolgstappen bekijken: Hier heb je je leven lang profijt van.
Geke: Studenten voor wie het vanzelfsprekend is geworden dat formatief toetsen onlosmakelijk onderdeel is van de opleiding zullen daar in de beroepsuitvoering alleen maar baat bij ondervinden. Zij zijn gewend om te reflecteren op het eigen handelen op basis van de drie kernvragen van de formatieve toetscyclus: waar wil ik naar toe (doel), waar sta ik (toets) en wat heb ik daarvoor nog te doen (gevolg)? Zo worden studenten meer vaardig maar ook meer zelfstandig en zelfbewust!

Verder lezen of leren?

Lees verder in onze andere blogs over formatief toetsen. Wellicht wilt u liever via een training meer kennis opdoen over de toepassing van formatief toetsen. Bekijk dan eens ons academieaanbod. De training Formatief toetsen in de les kan ook bij u op school worden gegeven. 

Over de auteurs

Joke Koopman

Joke is adviseur bij CPS en is expert op het gebied van toetsing, RTTI en examinering en begeleidt vaksecties en teams bij integrale verbetertrajecten.

Bekijk profiel
Geke van DIjk 2022.jpg

Geke van Dijk

Geke is adviseur bij CPS en is expert op het gebied van toetsen en examinering in het vmbo.

Bekijk profiel
IrmaKoerhuis.jpg

Irma Koerhuis

Irma Koerhuis is ontwikkelaar leermiddelen en examens bij Stichting Praktijkleren (I.Koerhuis@stichtingpraktijkleren.nl).

Zoek in de website