Eerste hulp bij nieuwkomers

Eerste hulp bij nieuwkomers

Daar zit ze dan, voor het eerst in de groep. Een leerlinge afkomstig uit Syrië. Ze spreekt Arabisch en beschikt slechts over een beperkte woordenschat Nederlands. Net genoeg om in een reguliere groep mee te kunnen draaien. Als ik samen met de leerkracht in gesprek ga blijkt dat deze zich handelingsonbekwaam voelt omdat, ondanks de motivatie en inzet van deze leerkracht, het kind niet kan meekomen met het reguliere aanbod van de lessen waardoor het afhaakt. Het rekenen is inmiddels al behoorlijk talig, om over taal-en zaakvakken maar te zwijgen.. De vraag rijst hoe het taalaanbod in de groep zo kan worden aangepast zodat alle leerlingen kunnen aansluiten.

Het belang van de moedertaal

Het is voor leerkrachten van belang om zich ervan bewust te zijn dat NT2- leerlingen op dezelfde manier een taal leren als hun Nederlandse klasgenoten. Door als leerkracht de moedertaal te erkennen kun je deze gebruiken als bron om nieuwe informatie te begrijpen en een brug te slaan naar het Nederlands. Zo voorkom je dat leerlingen stil staan in hun ontwikkeling doordat ze eerst Nederlands moeten leren. 

Taalvaardigheden

Waar Nederlandse leerlingen geleidelijk de mogelijkheid krijgen om gedurende hun basisschoolperiode van dagelijkse taal naar schooltaal (het taalgebruik in de vaklessen) over te stappen, kan dit bij nieuwkomers soms voor problemen zorgen. Het is daarom belangrijk om te onderzoeken of het kind in het land van herkomst al naar school is geweest. Indien het kind naar school is geweest dan is het vaak al bekend met de schooltaal en dient er vooral te worden ingezet op het labelen van Nederlandse schoolwoorden aan woorden in de moedertaal. 

Taalaanbod binnen een thema

Om alle leerlingen in de klas te laten aansluiten bij het taalaanbod in de klas is het belangrijk om leerlingen te laten leren in een betekenisvolle leeromgeving. Dat wil zeggen dat er verbinding dient te ontstaan tussen de verschillende vakken op school. Vaak staan alle lessen binnen een groep los van elkaar en worden er verschillende onderwerpen voor taal, begrijpend lezen, aardrijkskunde en geschiedenis behandeld. Deze versnippering zorgt ervoor dat leerlingen geen gelegenheid krijgen om een thema te ervaren, te oefenen met woordenschat rondom dit thema en nieuwe netwerkverbindingen te kunnen aanleggen die nodig zijn om goed te kunnen begrijpend lezen. 

Deze verbinding kan al worden gemaakt door kleine aanpassingen te maken in het lesaanbod zoals:

  • Het koppelen van thema’s wereldoriëntatie aan de teksten van begrijpend lezen;
  • De woordenschatinstructie te koppelen aan de methode wereldoriëntatie aangevuld met educatieve filmpjes, boeken en teksten. Vergeet bij NT2-leerlingen de eigen moedertaal niet.
  • Het inschakelen van de bibliotheek zodat leesboeken in de groepen passen bij het thema dat in de klas wordt behandeld.
  • Gebruik te maken van een digitaal vertaalprogramma zoals Google Translate. 

U wilt meer weten?

Heeft u ook nieuwkomers bij u op school en bent u benieuwd wat CPS voor u zou kunnen betekenen? Neem dan contact op met Yvonne Koene (y.koene@cps.nl), adviseur taal bij CPS onderwijsontwikkeling en advies. 

Over de auteur

Yvonne Koene

Yvonne is adviseur bij CPS en taalspecialist voor het basisonderwijs.

Bekijk profiel

Zoek in de website