Drie stappen om te komen tot een sterke, ambitieuze school

Drie stappen om te komen tot een sterke, ambitieuze school

Het vernieuwde toezichtkader van de Onderwijsinspectie daagt scholen uit om eigen ambities na te streven. Tegelijkertijd dient de basiskwaliteit op orde te zijn. Die focus op beide aspecten kan als een spagaat voelen. Hoe ga je hier als schoolleider mee om? Drie stappen om te komen tot een sterke, maar ook ambitieuze school.

“We zijn momenteel volop bezig met onze ambitie om leerlingen meer eigenaarschap te geven. Maar intussen laten mijn trendanalyses een dalende lijn zien!”

Zo maar een opmerking van een schoolleider in een gesprek dat we voerden naar aanleiding van de gewijzigde Wet op het onderwijstoezicht. De nieuwe werkwijze van de inspectie vraagt enerzijds van scholen dat ze de basiskwaliteit op orde hebben. Anderzijds worden ze uitgedaagd na te denken over de vraag: welke ambities hebben wij nog meer, hoe streven we die na en hoe monitoren we dit? De inspectie onderzoekt en controleert beide aspecten. In de praktijk kan dat nog wel eens voor een spanningsveld zorgen.

Ambities formuleren

Veel scholen zijn aan de slag gegaan met eigen ambities. Besturen formuleren ambitieuze doelen, die voortkomen uit hun missie. En schoolleiders maken met hun team de vertaalslag naar de eigen school. Zo worden ambities geformuleerd op het gebied van eigenaarschap en keuzevrijheid van leerlingen, maar ook op het gebied van talentonderwijs of bildung en burgerschap. Besturen kunnen de inspectie vragen hun scholen gericht te onderzoeken: maken ze hun ambitie ook waar? Zo ja, dan krijgen ze de waardering ‘goed’. Als scholen willen, kunnen ze daarna ook nog gaan voor het predicaat ‘excellent’.

Niets doen is geen optie

Niet alle scholen zijn er al aan toe om eigen ambities te formuleren. Sommige zijn vooral bezig de basiskwaliteit op orde te krijgen. Hoe het ook zij, voor élke schoolleider geldt: niets doen is geen optie. Onlangs hoorden we een directeur verzuchten “Ik heb het altijd zo gedaan, maar nu werkt het niet meer”. Dat is herkenbaar voor veel onderwijsprofessionals. Het onderwijs verandert: leerlingen lijken moeilijker te motiveren, ouders worden kritischer, de digitalisering is overal. Tegelijk is het belang van het vakmanschap van de leraar – oftewel: goed lesgeven – onverminderd groot. Dat betekent dat schoolleiders en teams moeten blijven leren en bereid moeten zijn zich te blijven ontwikkelen.

Drie stappen

Wat kun je als schoolleider doen om de basiskwaliteit van de school op orde te houden? En wat kun je doen om nog beter te worden? We beschrijven drie stappen om je school sterker en ambitieuzer te maken:

  • Stap 1:  Ga in gesprek met je team, de leerlingen, ouders en andere belanghebbenden. Ontwikkel een gezamenlijk beeld over wat goed onderwijs hier, op jullie school, is. Kijk vervolgens in de spiegel: hoe gaat het nu op onze school?

Om ambities te formuleren, moet je het samen eerst eens zijn over de noodzaak om te verbeteren. Daarom is het belangrijk om open en actief in gesprek te gaan met je team en andere belanghebbenden. Als vanzelf komen dan betekenisvolle vragen boven, zoals: Moeten we les blijven geven, zoals we gewend zijn? Zijn onze lessen voor leerlingen uitdagend genoeg?

Om antwoord te krijgen op de vraag ‘Hoe staan we er nu voor?’ is het belangrijk een evaluatie uit te voeren waarin je kijkt naar alle aspecten van het onderwijs: de opbrengsten, het primaire proces en de kwaliteitszorg. Maar stel vooral ook vast in hoeverre de school bijdraagt aan de brede ontwikkeling van de leerling (bildung) en het daarbij passende diploma. Belangrijk is dat er uiteindelijk een eerlijk zelfbeeld ontstaat, waarin alle betrokkenen zich herkennen.

  • Stap 2: Schets een toekomstbeeld en bepaal de doelen.

“We zitten nu op het landelijk gemiddelde met de examencijfers, dat moet toch beter kunnen?” Dit zou zo maar een uitspraak kunnen zijn, naar aanleiding van de zelfevaluatie in stap 1. De volgende stap is dat jullie samen een concrete ambitie verwoorden: wat is jullie toekomstbeeld en welke doelen passen daarbij? Een ambitie bevat heldere, haalbare en verifieerbare doelen die binnen een afzienbare termijn van twee, maximaal drie jaar te halen zijn.

Een ambitie formuleer je als schoolleider niet zomaar. Het is ook geen doel op zich, maar een middel om met elkaar en de leerlingen verder te komen. En niet onbelangrijk: je moet er blij van worden!
Het verwoorden van een ambitie is uitdagend, maar loont zeker. Als je ervoor zorgt dat iedereen zich kan laten horen, werkt dat motiverend en bevordert dat eigenaarschap. Zo zei een schoolleider eens: “Het heeft ons dynamiek en beweging gegeven. Dit is iets dat we met enige regelmaat moeten doen.” En: “Als we in staat zijn om onze eigen schoolkwaliteit te formuleren en waar te maken, zal de inspectie een terugtrekkende beweging maken. De inspectie is dan niet zo zeer controlerend, maar een critical friend.”

  • Stap 3: Werk aan de winkel; uitvoeren en betrokken zijn.

Ten slotte volgt de uitvoering, de stap die vaak als het lastigst wordt ervaren. Het is niet gemakkelijk om woorden (de visie) om te zetten in daden (acties). In de praktijk blijkt dat veel leraren en andere onderwijsprofessionals zeer betrokken en gemotiveerd zijn. Ze willen graag hun ideeën over goed onderwijs in de praktijk brengen. Het is belangrijk dat je als schoolleider die ruimte geeft, maar doe dat niet zonder sturing. Als je niet stuurt, bestaat het gevaar dat er allerlei initiatieven her en der in de school worden ontplooid, zonder samenhang. Dat leidt tot onduidelijkheid, niet alleen bij collega’s, maar ook bij leerlingen en ouders.

 
Sturingsangst
 

Schoolleiders worstelen soms met sturingsangst. Immers: de ‘ruimte voor de professional’ staat hoog in het vaandel. Toch is het cruciaal dat je een balans vindt tussen autonomie geven en verbinding maken. Hoogleraar sociologie Sietske Waslander spreekt over scholen als “losjes gekoppelde systemen”. Enerzijds hebben leraren vrijheid nodig, anderzijds is het belangrijk dat er verbinding is in de school. 

Een mooi gezegde in dit kader is ‘snoeien doet bloeien’. Planten bloeien beter, struiken komen tot goede wasdom en bomen dragen meer fruit, als ze tijdig gesnoeid worden. Maar snoeien is vaak ingewikkeld, want het stelt je voor lastige vragen: Wanneer snoei je te veel? Wanneer ben je juist te voorzichtig? Dit is een treffende metafoor voor de vele activiteiten in een school. Wanneer grijp je in
en stel je grenzen? Zie ik het zelf wel scherp genoeg? Of helpt de blik van een critical friend, een collega-directeur, een extern adviseur?  


Spreek met elkaar af wie waar verantwoordelijk voor is. Het is uitermate frustrerend als teams inspirerende studiedagen bijwonen en direct daarna weer overgaan tot de orde van de dag, zonder sturende afspraken en uitvoeringskaders. In de praktijk zien we dit helaas maar al te vaak gebeuren.

Een schoolleider zei onlangs: “We moeten echt opnieuw leren samenwerken aan onderwijsontwikkeling. Misschien moet dat eerst maar ons doel worden.” Ze verwoordde hiermee de basisvoorwaarde voor de verdere ontwikkeling van haar school, namelijk: een lerende cultuur. Niet voor niets omarmen steeds meer scholen aanpakken zoals Lesson Study, waarin professionalisering en onderwijsontwikkeling gelijktijdig plaatsvinden.

Tot slot

Terug naar de ambitieuze schoolleider die in zijn trendanalyses een dalende lijn zag. Onze tips aan hem? Formuleer een gedeelde, breed gedragen ambitie, gekoppeld aan de missie van de school. Heb als schoolleider een sturende én verbindende rol. Focus op goed lesgeven, het vakmanschap van de leraar. En tot slot: stimuleer een lerende cultuur in je school. Laat de inspectie dan maar komen!  

Over de auteur

Clarien Veltkamp 2022.jpg

Clarien Veltkamp

Clarien is bij CPS procesbegeleider schoolontwikkeling, gespecialiseerd in het coachen van managementteams, schoolleiders en middenmanagers en gecertificeerd trainer in de 7 gewoonten van Stephen Covey.

Bekijk profiel

Zoek in de website